Grote wedstrijden, medailles binnenslepen, elke dag trainen, ouders blij maken: het onmogelijke mogelijk maken. Dat is de droom, en werkelijkheid van de topsporter. Bij sporten horen ook blessures, goede nachtrust, gezond eten. Én depressies. Jaarlijks kampt 1 op de 5 topsporters met depressieve klachten blijkt uit een Amerikaanse literatuurstudie. Fysieke training is waar het meestal om draait, maar hoe zit het met de mentale training? We spraken hierover met Sporttop en Atletiektalent Roos Blokhuis die net terug is van haar derde sessie bij haar sportpsycholoog.
‘’Normaal doe ik eigenlijk alleen maar waar ik heel goed in ben, nu ben je toch twee uur over jezelf aan het praten, en vooral over mijn zwakke punten.’’ Roos vindt het moeilijk om over iets te praten waar ze het normaal niet zo over heeft. Topsporters kampen meer met depressieve gevoelens dan de niet-sporter. Klachten komen vooral na blessures en tegenslagen, blijkt uit eerdergenoemd onderzoek. ‘’Ik ben naar een sportpsycholoog gestapt omdat ik wat last kreeg van wat groeipijn. Ik ben natuurlijk nog niet uitgegroeid en dat accepteer ik, maar toch kan ik dan niet doen wat ik het liefste doe. Iemand spreken die weet wat ik hiermee wel en niet moet, is heel fijn.’’
‘’Als iets niet lukt, begin ik te twijfelen aan mezelf. Wat doe ik fout, wat gaat er verkeerd? Ik heb helemaal geen zin om daarover na te denken tijdens een training, ik wil gewoon lopen!’’ De effecten van de sportpsycholoog zijn na drie sessies al goed zichtbaar. De sessies gaan vooral over het focussen op positieve in plaats van negatieve gedachtes. ‘’Als ik dan veel aan het nadenken ben, zeg ik nu tegen mijzelf ‘Roos, wees blij dat je überhaupt kan trainen, ook al loop je een training wat minder hard’. Nu kijk ik naar de 6 trainingen in de week die wel goed gingen in plaats van die ene training in de week die minder ging.’’
Snel voor een wedstrijd ont-stressen
De grootste tip die Blokhuis tot nu toe heeft gekregen: niets doen. ‘’Vlak voor een wedstrijd even je gedachten stil te zetten. Dit doe ik door op omgevingsgeluiden of juist een voorwerp te focussen, waardoor je de rest van de wereld even kan vergeten.’’ Blokhuis lacht dat ze deze tip wel eerder had kunnen gebruiken. ‘’Toen ik begon met wedstrijden had ik echt heel veel last van zenuwen, daar werd niemand vrolijk van. Nu kan ik dat beter loslaten.’’ Alleen bij de grotere wedstrijden speelt spanning nog wel mee. ‘’Bij het EK-cross ga je drie dagen voor de wedstrijd alleen maar om met mensen die ook maar met een ding bezig zijn: de wedstrijd. Het is dan moeilijk om echt aan iets anders denken.’’
Foto via: https://www.hetkontakt.nl/
Studeren staat op nummer twee
Roos’ vriendinnen steunen haar in haar carrière. Een vaste groep vriendinnen komen kijken bij wedstrijden en steunen haar in haar sportcarrière. ‘’Ik krijg vaak de vraag hoe ik dit allemaal doe, ze zijn dan ook wel eens jaloers op het feit dat ik heel goed kan plannen. Als je de top wil bereiken zonder in tijdnood te komen moet je wel, het is een verplichting. Veel trainen op tijd naar bed en veel rust pakken: dan kan je niet twee dagen van tevoren bedenken om een heel hoofdstuk nog te gaan stampen.
Philosophy, politics, economics and history, (PPE +history) is de studie waar Roos’ oog op viel tijdens een Open Dag. ‘’Echt de ideale studie, precies iets voor mij, tót ik de studielast zag.’’ De universitaire studie wordt alleen in voltijd gegeven, en sporten geeft ze niet zomaar op. ‘’Na mijn diploma wordt het een online hbo-opleiding, zolang ik nog aan topsport doe gaat het ook geen universitaire studie worden. Gelukkig vinden mijn ouders dat geen probleem.’’
De toekomst? ‘’Makkelijk: atletiek.’’ Antwoord Blokhuis vastberaden. ‘’Om na mijn sportcarrière niet in een zwart gat te vallen, ga ik een studie afmaken, maar voorlopig is dit wat mij het aller gelukkigst maakt.’
